top of page

Toekomstperspectief voor het kind 

Algemeen

Om een kind een goede toekomst te geven, is het belangrijk om morbiditeit te voorkomen.

Dat is beter dan bijkomende problemen (vb. sociale problemen) te behandelen. Geweten is

namelijk dat kinderen die mishandeld zijn meer kans hebben op bijvoorbeeld gedrags en

sociale problemen. De prognose van het kind is afhankelijk van verschillende factoren.

Deze zijn onder andere: 

Erkent de ouder dat er sprake is van Münchausen by Proxy?

Is er goede samenwerking tussen andere instanties?

Gaat de ouder in therapie?

Is er steun van de omgeving? 

 

Intergenerationele overdracht 

Ouders met een voorgeschiedenis van mishandeling hebben meer kans om hun eigen kind ook te mishandelen (intergenerationele overdracht). Uit onderzoek blijkt dat 33 % van de ouders die zelf mishandeld zijn hun eigen kind mishandelen. Enerzijds kan dat verklaard worden door functionele en structurele veranderingen van de hersenen. Anderzijds kan dat ook verklaard worden door de onveilige hechting. In de literatuur bestaan hier wel tegenstrijdige meningen over. Sommige auteurs beweren dat er geen intergenerationele overdracht is, maar dat mishandeling in deze groep sneller opgespoord wordt. Factoren zoals laag familiaal inkomen, depressie, jonge leeftijd ouders... verhogen tevens de kans op mishandeling. 

 

Hechting 

Een veilige hechting tussen ouder en kind is cruciaal in de verdere ontwikkeling van het kind. Kinderen die veilig gehecht zijn, zijn empatisch, hebben minder angst en hebben betere sociale relaties. Een veilige hechting kan alleen ontstaan als er een veilige basis is. Dat is bij kinderen (MBP) niet het geval, waardoor er een onveilige hechting kan ontstaan.

Dat kan dan weer zorgen voor: 

relationele problemen 

problemen bij vriendschappen (vrienden op praktisch niveau & niet op emotioneel niveau)

meer fysische problemen (vb. pijn) 

onverklaarde medische symptomen

angst als volwassene ...

 

Pleegzorg kan er voor zorgen dat de hechting tussen ouder en kind wordt verstoord. Uit onderzoek blijkt dan ook dat kinderen die opgevangen zijn in een pleeggezin of in een instelling later meer problemen hebben met het sociale functioneren. Agressie in een gezin zorgt ook voor meer problemen qua sociaal functioneren. 

 

Ontwikkeling

Bij de diagnosestelling heeft 25 % van de kinderen failure to thrive (onvoldoende gewichtstoename).

Na de diagnose moet het kind terug een normaal gewicht krijgen. Tevens merkt men bij de diagnose

dat kinderen mogelijks een achterstand hebben qua ontwikkeling. Over het algemeen merken we

dat kinderen die mishandeld zijn, meer kans hebben op:

gedragsproblemen (vb. agressie)

emotionele problemen

sociale problemen 

psychische ziekte (vb. Münchausen syndroom)

attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) ...

 

Opname pediatrie 

Is er een kind opgenomen op de pediatrie afdeling met een vermoeden van kindermishandeling, dan moet je kijken naar de ontwikkeling van het kind. Ontwikkelt het kind zich normaal? Zo niet, bespreek dit dan in een multidisciplinair teamoverleg zodat er snel iets aan gedaan kan worden. Merk je als verpleegkundige gedragsproblemen bij het kind, leg dan de link met mogelijks kindermishandeling.

 

Voorgeschiedenis mishandeling

Op een pediatrische afdeling kunnen ook kinderen komen met een voorgeschiedenis van mishandeling. 7,3 % van de kinderen ontwikkelt door MBP lange termijn of permanente problemen zoals sociale isolatie. De veerkracht of het herstellingsvermogen van het kind bepaalt de schade bij hem/haar. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen onder de vijf jaar meer kans hebben op gedragsproblemen door kindermishandeling in vergelijking met oudere kinderen. Ook is geweten dat ongeveer 6 % van de kinderen sterft door MBP. Dit percentage varieert wel van onderzoek tot onderzoek. Hoe jonger het kind, hoe meer kans er is op een overlijden. Dit omwille van de kwetsbaarheid van een jong kind. 

 

Volwassen leeftijd 

Ook op volwassen leeftijd kunnen deze kinderen nog steeds problemen ondervinden door de mishandeling. Enkele voorbeelden zijn: astma, obesitas, angststoornissen... Vaak wordt de link dan niet gelegd tussen deze klachten en de voorgeschiedenis van mishandeling. Behandel je deze volwassene, let dan vooral op de veiligheid van deze persoon. 

 

Opvolging 

Een kind een veilige toekomst bieden kan enkel indien er een multidisciplinaire opvolging is. Het kind en zijn/haar gezin moet steeds langdurig worden gevolgd. Soms is het zelfs noodzakelijk om de kinderbescherming in te schakelen. Zij beslissen dan of het kind/de ouder tijdelijk uit huis moet. Na een uithuisplaatsing kan er een hereniging van het gezin zijn, maar ook dan blijft opvolging belangrijk. Zorg als multidisciplinair team voor onder andere een goede thuisomgeving, sociale ondersteuning, psychotherapie en stabiele relaties. 

 

Kinderbescherming 

De kinderbescherming speelt bij MBP een belangrijke rol. Uit onderzoek blijft namelijk dat er neurologische gevolgen kunnen ontstaan door kindermishandeling en dat kan de kinderbescherming (gedeeltelijk) voorkomen. De kinderbescherming kan namelijk indien nodig een pleeggezin inschakelen zodat het kind veilig is. Veel onderzoek naar pleegzorg is er nog niet gedaan. Wel is geweten dat het aantal kinderen dat in een pleeggezin wordt geplaatst vanaf het jaartal 2000 is afgenomen. Kinderen worden vanaf dan sneller geplaatst bij familieleden. 

 

Een kind plaatsen in pleegzorg heeft voor- en nadelen. Het grote voordeel is dat het kind in een veilige omgeving is. Het nadeel is dan weer dat er een probleem kan ontstaan in de hechting. Kinderen ervaren pleegzorg vaak als een straf. In plaats van het kind uit huis te halen, kan de ouder die het kind mishandeld heeft (tijdelijk) het huis verlaten. Dat staat verder besproken bij de toekomst van de ouder

 

Hechting
Ontwikkeling
Opvolging
Kinderbescherming
bottom of page